ARABEL

Belgische Arachnologische Vereniging

Foto van de maand (Juli 2019)

02/07/2019 | Foto van de maand

Micrommata virescens, mannetje met prooi (Foto R. Jocqué)

Foto van de maand (juni 2019)

02/06/2019 | Foto van de maand

Misumena vatia (Gewone Kameleonspin) Foto Heidi Daems
Misumena vatia (Gewone Kameleonspin) met prooi. Foto Heidi Daems

 

De Gewone kameleonspin in het werk van Léon Becker (1882)

Lentevuurspin: 10 bewogen jaren sinds zijn herontdekking (lees interview met Koen Van Keer)

22/05/2019 | Nieuws

10 jaar na de herontdekking van de Lentevuurspin in België

Foto van de maand (Mei 2019)

12/05/2019 | Foto van de maand

Kraamwebspin (Pisaura mirabilis) met cocon (Foto R. Jocqué)

‘Silkhenge’ bouwsel

17/04/2019 | Nieuws

 

Het merkwaardige legsel van de zogenaamde ‘silkhenge spider’ (naar analogie met ‘stonehenge’) uit de wouden van Ecuador, geeft stilaan zijn geheimen prijs. Onderzoekers observeerden hoe spinnetjes het legsel verlaten. De identiteit van de eigenaars is nog steeds een raadsel. Ook ‘DNA-barcoding’ heeft geen uitsluitsel gegeven zelfs niet over de familie.

Zie het filmpje op

http://www.eartharchives.org/articles/birth-of-silkhenge-spider-caught-on-camera-for-the-first-time/?fbclid=IwAR3vhn4RQxsb_IMoMfWPsIY7EeNwQl9KpzsY0Om1vAFa0EUsHFBBVJ2ylnU

Springspin imiteert rups!

09/04/2019 | Nieuws

In een recent artikel (referentie hieronder) beschrijven de auteurs een merkwaardig geval van mimicry: een springspin die een rups imiteert. Dit soort ‘vermomming’ zou zowel agressieve als camouflerende bedoelingen hebben.

Logunov, D. V. & Obenauer, S. (2019). A new species of Uroballus Simon, 1902 (Araneae: Salticidae) from Hong Kong, a jumping spider that appears to mimic lichen moth caterpillars. Israel Journal of Zoology 49(1): 1-9. doi:10.5281/zenodo.2632730

 

 

Foto van de maand (April 2019)

04/04/2019 | Foto van de maand

Holenpsin (Nesticus cellulanus) Mannetje
Foto Hans Henderickx

Foto van de maand (Maart 2019)

03/03/2019 | Foto van de maand

De Grote Panterspin ( Alopecosa fabrilis ) waargenomen in de duinen van de Westkust in 2016 (foto Maarten Jacobs)

Alopecosa fabrilis

Alopecosa is een geslacht van grote wolfspinnen. De jongen en volwassen vrouwtjes leven meer sedentair dan die van de meeste andere soorten wolfspinnen. Volwassen mannetjes zijn actief op zoek naar vrouwtjes, vallen meer op en domineren in bodemval-vangsten. Als consequentie van hun grootte kunnen ze slecht nieuw gebied op grote afstand koloniseren. De grens waarboven spinnen zich nauwelijks nog aeronautisch verspreiden ligt ergens bij 5 mm totale lengte. Een volwassen vrouwtje van kleinere soorten kan indien bevrucht in haar eentje na een ‘ballonvaart’ op grote afstand een nieuwe kolonie stichten. Bij insecten zijn de grootste soorten vaak de beste verspreiders (enige libellensoort op IJsland is – als zwerver – de erg grote Zadellibel Anax ephippiger ); bij spinnen is dit andersom. Opvallend is dat de zuidelijke grote spinnensoorten ontbreken in Engeland – zij kwamen na het ontstaan van het Kanaal circa 6000 BC te laat om zich er nog te kunnen vestigen (analyse van A. Noordam al 25 jaar geleden, niet gepubliceerd). Met name het geslacht Alopecosa laat een opvallend contrast tussen het continent en Engeland zien. In Nederland en België komen 7 à 8 soorten voor (één soort komt in België op 1 kilometer van de Nederlandse grens voor). In Engeland komen 4 soorten voor, waarvan maar 3 soorten algmeen: onze grootste wolfspin in de duinen, de Grote panterspin A. fabrilis, is recent in Engeland maar op 1 plek gevonden en daar voor het laatst gemeld in 1990.

De soort heeft droog, open, zandig terrein nodig met zeer spaarzame lage begroeiing. Zij is op sommige plaatsen achteruit gegaan vanwege verminderde begrazing door konijnen na de uitbraak van myxomatose.

(tekst naar een bijdrage van Aart Noordam)

Alopecosa fabrilis vrouwtje, frontaal. Foto Aart Noordam

Foto van de maand (Januari 2019)

05/01/2019 | Foto van de maand

Synageles venator mannetje waargenomen in huis in Waver in november (Foto A. Henrard)

 

 

 

Europese spin van het jaar 2019 – de Bosmierspringspin Myrmarachne formicaria (De Geer, 1778)

10/12/2018 | Europese Spin van het jaar

De Bosmierspringspin, Myrmarachne formicaria (De Geer, 1778), behoort tot de familie van de springspinnen (Salticidae). Wereldwijd telt deze familie 6.097 soorten (op 09/12/2018), waarvan er 345 in Europa leven. Drie soorten vertegenwoordigen er het geslacht Myrmarachne, maar enkel de Bosmierspringspin komt voor in Centraal Europa.

Myrmarachne formicaria wordt gevonden in het Palearctisch gebied. De soort heeft haar natuurlijke areaal in Europa en werd ingevoerd in de Verenigde Staten. Doorgaans verkiest de soort warmere plaatsen op vlaktes of heuvelachtige zones tot op een hoogte van 800 meter boven zeeniveau. Plaatselijk is ze niet zeldzaam en over het algemeen wordt ze als niet bedreigd beschouwd.

Foto 1. Myrmarachne formicaria (©Gilbert Loos)

 

Veel springspinsoorten hebben een eerder compacte lichaamsbouw. De Bosmierspringspin heeft een langwerpig lichaam van 5 tot 6,5 mm lang, dat op dat van een mier lijkt (foto 1). De basiskleur van het kopborststuk is oranjebruin waarbij het kopgedeelte donkerder gekleurd is. Het uitgestrekt ovale achterlijf is geel tot oranjebruin, met het achterste derde zwart gekleurd. Het achterlijf is met het kopborststuk verbonden door een smalle taille, vergelijkbaar met de petiolus van een mier. De poten zijn geel tot oranje met zwarte markeringen en lengtestrepen aan de zijkant (foto 2). De voorste poten zijn geringd en hebben heel donkere en enigszins verdikte metatarsi (=voorlaatste segment van de poten), wat ze doet gelijken op de antennen van een mier. De achterste ogen zijn redelijk groot en in grootte en positie gelijkend op de ogen van een mier!

 

Foto 2. Myrmarachne formicaria ( ©Pierre Oger)

De vrouwtjes hebben normaal gevormde monddelen, maar die van de mannetjes zijn bijna horizontaal naar voor gericht en zijn lang en afgeplat (foto 3). Op die manier zijn de seksen makkelijk van mekaar te onderscheiden. Tijdens de paring presenteren de mannetjes zichzelf aan de vrouwtjes met hun vergrote kaken. Die worden ook gebruikt in rituele gevechten met andere mannetjes, waarbij de twee opposanten tegenover mekaar staan en mekaar bedreigen met opengesperde kaken.

Foto 3. Myrmarachne formicaria (©Gilbert Loos)

Zoals alle springspinnen, maakt ook de Bosmierspringspin geen web om haar prooien te vangen, maar besluipt ze haar prooi. Daarbij maakt ze onder meer gebruik van de voor springspinnen typische grote voorste middenogen (foto 4). De soort leeft voornamelijk op de grond of in bladerstrooisel, meestal in de nabijheid van de mieren die ze nabootst, zoals Myrmica rubra of Bosmiersoorten (Formica ssp.). Deze spinnen worden in verschillende habitats aangetroffen. Meestal gaat het om droge graslanden of warme boomgaarden, maar soms zien we ze ook in meer vochtige tot zelfs natte plaatsen zoals natte graslanden of rietkragen.

Foto 4. Myrmarachne formicaria (©Pierre Oger)

Mier-nabootsende springspinnen kunnen gedurende het hele jaar gevonden worden, maar de belangrijkste activiteitsperiode loopt van april tot augustus. Overwinteren doen ze vaak in lege slakkenhuisjes.

De Bosmierspringspin bootst mieren na, niet om deze op te eten, want haar belangrijkste voedsel zijn kleine vliegjes en mugjes, met regelmatig ook plaaginsecten zoals bladluizen. De soort profiteert vooral van het feit dat mieren door hun agressiviteit relatief weinig vijanden hebben, waardoor de spinnen ook minder het slachtoffer worden van sluip- en graafwespen, of vogels. Zij zijn dus een mooi voorbeeld van “beschermende mimicry”.

Bosmierspringspinnen bootsen niet alleen het uiterlijk na van mieren, maar ook de bewegingen! In de eerste plaats de manier waarop ze lopen: In plaats van de meer typische afgebroken springspin-stijl, nemen ze een “mierachtige” beweging aan met korte loopfases alsof ze een feromonenspoor volgden. Daarnaast gebruikt de spin doorgaans slechts drie van haar vier potenparen om te lopen en houdt ze haar eerste potenpaar in de lucht, zoals de antennen van een mier (foto 5). Dankzij specifieke bewegingen van die voorpoten, worden de grote koplampvormige voorogen van de spin slim verborgen.

Foto 5. Myrmarachne formicaria (©Pierre Oger)

In Centraal-Europa zijn er twee andere geslachten van mier-nabootsende springspinnen, nl. Synageles en Leptorchestes. De algemene Slanke mierspringspin (Synageles venator; zie de foto van de maand december 2018) meet slechts 3 tot 4 mm lang, terwijl de Grote mierspin (Leptorchestes berolinensis) ongeveer dezelfde lengte heeft als de Bosmierspringspin. Ze onderscheidt zich van die laatste echter door het ontbreken van een verhoogde koppartij van het kopborststuk.

De mierenmimicry van de Bosmierspringspin is de belangrijkste reden waarom deze soort verkozen werd tot Europese Spin van het Jaar.

Via een initiatief als de Spin van het Jaar hopen we niet alleen een minder populaire diergroep als de spinnen onder de aandacht te brengen, maar ook dat een breder publiek deze soort zal melden, zodat onderzoekers nieuwe gegevens ontvangen over de huidige verspreiding van de Bosmierspringspin.

Ga dus gerust eens op zoek naar deze intrigerende soort en meldt eventuele waargenomen exemplaren door ze te fotograferen en in te voeren op de meldingssite van Natuurpunt: www.waarnemingen.be.

De Europese Spin van het Jaar wordt verkozen door 83 arachnologen uit 26 Europese landen. De coördinatie gebeurt door het Naturhistorisches Museum Wien, samen met het ‘Arachnologisches Gesellschaft’ (AraGes) en de European Society of Arachnology (ESA).

Oorspronkelijke tekst: Christoph Hörweg & Jason Dunlop

Nederlandse vertaling: Koen Van Keer

>