ARABEL

Belgische Arachnologische Vereniging

Europese spin van het jaar 2018 – de Koffieboonspin Steatoda bipunctata (Linnaeus, 1758)

23/12/2017 | Europese Spin van het jaar

de Koffieboonspin ©Pierre Oger

 

De Koffieboonspin, Steatoda bipunctata (Linnaeus, 1758), behoort tot de familie van de kogelspinnen (Theridiidae). Wereldwijd telt deze familie 2487 soorten, waarvan er 228 in Europa leven. Het genus Steatoda is er met 13 soorten vertegenwoordigd.
De Koffieboonspin wordt in alle Europese landen aangetroffen. Het is een soort van de laaglanden tot heuvels van 800m boven zeeniveau, hoewel er meldingen zijn van hoogtes tot 2000 m in bv. de Alpen.

Niet kieskeurig
Haar driedimensionale web bouwt ze veelal in of aan gebouwen, bv. onder vensterbanken of onder rommel in kelders en tuinhuizen. De Koffieboonspin is niet kieskeurig en ze kan zelfs overleven in vrij droge ruimtes. Ze wordt echter ook buitenshuis aangetroffen, soms in rotsspleten, maar vaak onder loszittende schors van bomen of onder stenen in tuinen. Op sommige plaatsen kan ze vrij algemeen voorkomen en de soort wordt dan ook niet beschouwd als bedreigd.

Efficiënte ‘opruimer’
Vaak is in het web een dikker gesponnen ‘matgedeelte’ zichtbaar, waaraan verticale en zijwaartse draden worden bevestigd. De vangdraden zijn meestal verticale, strak opgespannen draden, die onderaan kleefstof bevatten. Wanneer een prooi daar tegen loopt, blijft ze kleven en komt de draad los van de bodem.

Foto 2. Koffieboonspin met prooi ©Luc Regniers
Foto 3. Koffieboonspin in haar web ©Marianne Horemans

Dit type web wordt ook wel “galgweb” genoemd. In een holte vlak bij het web heeft de spin haar schuilplaats en voelt ze de trillingen die de prooi in het web veroorzaakt. De Koffieboonspin haast zich dan om de prooi te overmeesteren. Deze soort vangt zelfs grote prooien zoals huisspinnen en is een efficiënte ‘opruimer’ van allerlei in huis levende ongewervelden (foto 2).

Vettig
De lichaamslengte van de vrouwtjes bedraagt 4,5–7 mm en van de mannetjes 4–5,5 mm. Het enigszins afgeplatte achterlijf is glanzend, wat het een vettig of wassen uitzicht geeft. In het Duits noemt men de spin dan ook “Fettspinne” (foto 3). De basiskleur van het kopborststuk en achterlijf is bruin in allerlei tinten. Over het achterlijf loopt een -soms minder zichtbare- lichtere middenstreep en ook de voorzijde heeft een lichtere band.
Zoals de Nederlandse naam zegt, doet het achterlijf van deze spin denken aan een koffieboon. Als ze verstoord wordt, trekt ze haar poten in en wordt ze ook ovaal zoals een koffieboon (foto 4)

Zingende’ spin
De Koffieboonspin kan het hele jaar door gevonden worden, maar de mannetjes worden het meest opgemerkt tijdens het paarseizoen van juni tot oktober (hoewel paring ook in de lente kan plaatshebben). Zij hebben opvallend grote verdikkingen aan het einde van de tasters (palpen), die je ook met het blote oog duidelijk kan opmerken (foto 5).
Wanneer het mannetje geparfumeerde draden van een volwassen vrouwtje vindt, maakt hij tsjirpende geluiden. Deze worden voortgebracht door de scherpe rand aan de voorkant van het achterlijf tegen een vijlachtig ‘stridulatie-orgaan’ aan de achterkant van het kopborststuk te wrijven. Het vrouwtje wordt door dit geluid uit haar schuilplaats gelokt, waarna de paring kan plaatsvinden. Het mannetje “zingt” dus om het vrouwtje te verleiden.
In tegenstelling tot de Zwarte weduwe, is het mannetje van de Koffieboonspin niet veel kleiner dan het vrouwtje en wordt dan ook niet zo vaak door dat vrouwtje gevangen en opgegeten.
Het vrouwtje legt tussen de 50 en 100 roze eitjes in een witte cocon die ze in haar web hangt.

De Koffieboonspin is eigenlijk met geen enkele andere inheemse soort te verwarren.

Foto 4. Koffieboonspin vrouwtje ©Pierre Oger

Waarom is de Koffieboonspin verkozen tot Europese Spin van het Jaar 2018?

Vooreerst wordt deze soort vaak in de buurt van mensen gevonden en is ze relatief makkelijk te herkennen. Verder staat ze model voor de vele kogelspinnen die niet gevaarlijk zijn, in tegenstelling tot de Zwarte weduwen, die gevaarlijk giftig kunnen zijn voor mensen en waarvoor we terecht best een grote voorzichtigheid aan de dag leggen. Het tsjirpende geluid van de mannetjes is ook een leuke eigenschap van de soort.

Via een initiatief als de Spin van het Jaar hopen we niet alleen een minder populaire diergroep als de spinnen onder de aandacht te brengen, maar ook dat een breder publiek deze soort zal melden, zodat onderzoekers nieuwe gegevens ontvangen over de huidige verspreiding van de Koffieboonspin.
Het volstaat om de hoekjes en kantjes van je huis eens te controleren op de aanwezigheid van de Koffieboonspin en de waargenomen exemplaren te fotograferen en te melden  via de meldingssite van Natuurpunt: www.waarnemingen.be of bij bij ARABEL.

De Europese Spin van het Jaar wordt verkozen door 83 arachnologen uit 26 Europese landen. De coördinatie gebeurt door het Naturhistorisches Museum Wien, samen met het ‘Arachnologisches Gesellschaft’ (AraGes) en de European Society of Arachnology (ESA).

Oorspronkelijke tekst: Christoph Hörweg & Jason Dunlop
Nederlandse vertaling: Koen Van Keer

Contact
Voor België kunnen mensen met vragen terecht bij Koen Van Keer: koenvankeer@telenet.be of vertegenwoordigers van het ARABEL-bestuur.

Betrokken landen
Albanië, België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Liechtenstein, Macedonië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek, Zweden, Zwitserland.

Foto 5. Een mannetje van de Koffieboonspin ©Jan Bosselaers

Steunende verenigingen

ARABEL – Belgische Arachnologische Vereniging
ARAGES – Arachnologische Gesellschaft
BAS – The British Arachnological Society
CAS – Česká arachnologická společnost
ESA – European Society of Arachnology
GIA – Grupo Ibérico de Aracnología GIA
NATURADATA – Biodiversidade online
SPINED – European Invertebrate Survey-Nederland

 

 

Verspreiding
Europa
Europa
Oostenrijk
Benelux
Tsjechische Republiek
Duitsland
Groot-Brittannië
Zwitserland

Fotogalerijen
spiderling.de
Wiki of the Spinnen-Forum
Wikimedia commons
Arachno

Literatuur
– Atlas der Spinnentiere Europas (Arachnida: Araneae, Opiliones, Pseudoscorpiones, Amblypygi, Solifugae, Scorpiones, Schizomida) für Nuctenea umbratica – (link) (12. Dezember 2017)
– Balkenhol B & Zucchi H 1989 Vergleichende Untersuchungen zur Überwinterung von Spinnen (Araneae) in verschiedenen Habitaten – Zoologische Jahrbücher, Abteilung für Systematik, Ökologie und Geographie der Tiere 116: 161-198
– Bellmann H 2016 Der Kosmos Spinnenführer. Frackh-Kosmos Stuttgart. 429 pp.
– Blick T, Bosmans R, Buchar J, Gajdoš P, Hänggi A, Helsdingen P van, Růžička V, Staręga W & Thaler K 2004 Checkliste der Spinnen Mitteleuropas. Checklist of the spiders of Central Europe. (Arachnida: Araneae). Version 1. Dezember 2004
– CSCF (Centre Suisse de Cartographie de la Faune) 2014 Fauna der Schweiz – Spinnentiere oder Arachniden (Skorpione, Pseudoskorpione, Spinnen, Weberknechte, Milben) – (link) bzw. Verbreitungskarte für N. umbratica: (link) (12. Dezember 2017)
– Gwinner-Hanke H 1970 Zum Verhalten zweier stridulierender Spinnen Steatoda bipunctata und Teutana grossa (Theridiidae, Araneae), unter besonderer Berücksichtigung des Fortpflanzungsverhaltens – Zeitschrift für Tierpsychologie 27(6): 649-678
– Hänggi A, Stöckli E & Nentwig W 1995 Lebensräume mitteleuropäischer Spinnen. Charakterisierung der Lebensräume der häufigsten Spinnenarten Mitteleuropas und der mit diesen vergesellschafteten Arten – Miscellanea Faunistica Helvetiae 4: 1-459
– Helsdingen PJ van 2016 Araneae. In: Fauna Europaea version 2017.06 – (link) (12. Dezember 2017)
– Machač O & Tuf IH 2016 Spiders and harvestmen on tree trunks obtained by three sampling methods – Arachnologische Mitteilungen 51: 67-72 – (link)
– Nentwig W, Blick T, Gloor D, Hänggi A & Kropf C 2017 araneae – Spiders of Europe, version 12.2017 – (link) (12. Dezember 2017)
– Reichholf JH & Steinbach G 1997 Die grosse Enzyklopädie der Insekten, Spinnen- und Krebstiere, Band 1. Bertelsmann Lexikon Verlag Gütersloh. 360 S.
– Steiner E & Thaler K 2004 Höhenverteilung arborikoler Spinnen (Arachnida: Araneae) im Gebirgswald der Zentralalpen (Patscherkofel bei Innsbruck, Nordtirol) – Berichte des naturwissenschaftlich-medizinischen Verein Innsbruck 91: 157-185
– World Spider Catalog 2017 World Spider Catalog, version 18.5. Natural History Museum Bern – (link) (12. Dezember 2017)

>