ARABEL

Belgische Arachnologische Vereniging

European Spider of the Year (ESY) – geschiedenis

06/02/2024 | Europese Spin van het jaar

Vanaf het jaar 2000 kiest een groep van experten uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland een spinnensoort die gedurende een jaar in de belangstelling staat. Na de Waterspin (2000) was het de beurt aan de Tijgerspin (2001), de Kraamwebspin (2002), de Grote trilspin (2003) en de Groene jachtspin (2004). De Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL was de eerste om het oorspronkelijk Duitstalige project “open te trekken”. In 2005 resulteerde dat in de gezamelijke verkiezing en proclamatie van de Huiszebraspin, de eerste Europese Spin van het Jaar. Andere Europese verenigingen volgden al snel en anno 2024, nemen 84 arachnologen uit 27 Europese landen deel.

Bij de verkiezing wordt met verschillende criteria rekening gehouden, waarbij bepaalde criteria een groter gewicht krijgen naargelang de boodschap die men via de gekozen spin wil meegeven. Zo was de Gewone kameleonspin (2006) ideaal om een aantal minder gekende facetten van spinnen voor het voetlicht te brengen, zoals het feit dat zeer vele spinnen geen web weven, vaak mooi gekleurd zijn, verschillende jachtstrategieën hebben,…

De Grindwolfspin (2007) vestigde dan weer de aandacht op het feit dat het verdwijnen van verschillende soorten natuurlijke habitat, ook het verdwijnen van diersoorten met zich meebrengt. Een problematiek die niet alleen op wereldvlak, maar ook gewoon in ons land speelt.

In 2024 vieren we dus een dubbel ‘jubileum’, zijnde 25 jaar ‘Spin van het jaar’ en 20 jaar ‘Europese Spin van het Jaar’.

Spin van het jaar in duitstalig Europa:

– 2000:        Argyroneta aquatica (Waterspin)
– 2001:        Argiope bruennichi (Tijgerspin of Wespspin)
– 2002:        Pisaura mirabilis (Kraamwebspin)
– 2003:        Pholcus phalangioides (Grote trilspin)
– 2004:        Micrommata virescens (Groene jachtspin)

European spider of the year

– 2005:        Salticus scenicus (Huiszebraspin)
– 2006:        Misumena vatia (Gewone kameleonspin)
– 2007:        Arctosa cinerea (Grindwolfspin)
– 2008:        Tegenaria spp. (Huisspinnen)
– 2009:        Hyptiotes paradoxus (Driehoekswebspin)
– 2010:        Araneus diadematus (Kruisspin)
– 2011:        Agelena labyrinthica (Gewone doolhofspin)
– 2012:        Meta menardi (Gewone grottenspin)
– 2013:        Atypus affinis (Gewone mijnspin)
– 2014:        Linyphia triangularis (Herfsthangmatspin)
– 2015:        Anyphaena accentuata (Struikspin)
– 2016:        Cyclosa conica (Kegelspin)
– 2017:        Nuctenea umbratica (Platte wielwebspin)
– 2018:        Steatoda bipunctata (Koffieboonspin)
– 2019:        Myrmarachne formicaria (Bosmierspringspin)
– 2020:        Dolomedes fimbriatus (Gerande oeverspin)
– 2021:        Ero furcata (Gevorkte spinneneter)
– 2022:        Hygrolycosa rubrofasciata (Trommelwolfspin)
– 2023:        Cheiracanthium punctorium (Grote spoorspin)
– 2024:        Nesticus cellulanus (Holenspin)

Europese Spin van het Jaar 2024

06/02/2024 | Europese Spin van het jaar

De Holenspin (Nesticus cellulanus (Clerck, 1757)) is 20ste Europese Spin van het Jaar

Dubbel jubileum

In het jaar 2000 startten de “Duitssprekende Europeanen” (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) met de verkiezing van een spin van het jaar. Dat jaar werd de Waterspin verkozen. Het was echter de vraag van de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL om het initiatief “open te breken”, die aan de basis lag van de verkiezing van een “Europese Spin van het Jaar”. Nadat de Belgen in 2005 samen met de duitstaligen de Huiszebraspin als eerste ‘Europese Spin van het Jaar’ verkozen, volgden snel tal van spinnenverenigingen. Anno 2024 nemen 84 arachnologen uit 27 verschillende Europese landen deel. Dit jaar vieren we dus een dubbel jubileum: 25 jaar ‘Spin van het Jaar’ en 20 jaar ‘Europese Spin van het Jaar’. De volledige lijst van verkozen spinnensoorten sinds het begin van de verkiezing, kan je raadplegen op de ARABEL-website.

Desinformatie

De verkiezing van een spin van het jaar ontstond uit de noodzaak om de talloze onzinnige (en soms waanzinnige) mythes en urban legends over spinnen enigszins te counteren vanuit de overtuiging dat ‘onbekend ook onbemind maakt’. Nog in 2022 verscheen een ophefmakend wetenschappelijk artikel dat aantoonde dat desinformatie over spinnen alom aanwezig is en het efficiëntst gecounterd wordt door spinnendeskundigen aan het woord te laten in de mediaberichtgeving.

De laureaat van 2024: de Holenspin

Foto 1. Vrouwelijke Holenspin met eicocon (foto: Pierre Oger)

De familie van de Holenspinnen telt wereldwijd 291 soorten, waarvan er 58 gemeld zijn in Europa (inclusief  Turkije en de Kaukasus) en voorlopig één in België.

Het lichaam van de Holenspin meet 3,5–6 mm voor de vrouwtjes terwijl de mannetjes (foto 2) met 3–5 mm iets kleiner zijn. De voorste helft van het lichaam is gelig van kleur en heeft een donkere tekening. Het achterlijf is grijzig of gelig met zwarte vlekken en de poten zijn geel-zwart geringd.

Foto 2: Mannelijke Holenspin (foto: Richard Louvigny)

Zoals de naam suggereert, wordt de Holenspin veelal gevonden in grotten, mijnschachten, spelonken en oude keldergewelven. Ze heeft met andere woorden locaties nodig met een koel en vochtig microklimaat. Deze leefplaatsen moeten vorstvrij zijn en mogen geen al te grote temperatuurschommelingen kennen. Daarom kan de soort af en toe ook gevonden worden in open habitats, maar dan wel in holtes van puinhellingen, in donkere, vochtige holtes in de grond, onder mostapijten, in holle bomen of in waterputten. Ze is bijna nergens bedreigd.

De Holenspin bouwt meestal een breedmazig matweb in de holten van grottenwanden, van waaruit vangdraden naar beneden lopen. Het onderste gedeelte van iedere vangdraad is bekleed met een rij kleefstofdruppels. Als een prooi verstrikt is geraakt in de kleefstofdraden, zal de spin er nog meer vangdraden over werpen en uiteindelijk de prooi doden met verschillende gifbeten. Dan takelt ze de prooi omhoog naar het matgedeelte van het web. Typische prooien zijn ongewervelden die op de grond of de wanden kruipen, zoals muggen, kevers, pissebedden,…

Het paringsgedrag is ook bijzonder: voorafgaand aan de paring zal het mannetje tokkelen op het web van het vrouwtje, waarna zij nadert. Na een korte copulatie (foto 3) van slechts enkele minuten, waarbij beide exemplaren omgekeerd aan het web hangen, helpt het vrouwtje het mannetje bij het inbrengen van de pedipalp (mannelijk uitwendig geslachtsdeel).

Foto 3: Copulatie (foto: Richard Louvigny)

De bolvormige rood-gele tot grijze eicocon wordt door het vrouwtje aan de spintepels meegedragen (foto 4) tot de jongen uitkomen. Pas dan wordt de cocon in het web opgehangen.

Alle ontwikkelingsstadia zijn aanwezig doorheen het hele jaar, maar tijdens de zomermaanden worden de meeste volwassen exemplaren aangetroffen.

Foto 4: De eicocon wordt door het vrouwtje meegedragen (foto: Pierre Oger)

Gelijkende soorten

De Holenspin kan makkelijk verward worden met de zeldzamere Bleke holenspin (Kryptonesticus eremita), die -zoals de naam zegt- enigszins lichter van kleur is. De centrale donkere streep die bij de Holenspin ononderbroken van voor naar achteren op het kopborststuk van de Holenspin loopt, wordt bij de Bleke holenspin vanaf het midden een stuk smaller of ontbreekt vanaf daar zelfs volledig. De soorten kunnen echter enkel via studie van de geslachtsdelen of DNA barcoding betrouwbaar van mekaar onderscheiden worden. De Bleke holenspin is tot nu toe nog niet in ons land aangetroffen, maar de kans is reëel dat ze wel reeds aanwezig is.

Waarom werd de Holenspin verkozen als Europese Spin van het Jaar?

De verkiezing was deze keer het gevolg van een vraag door de Association of German Cave and Karst Researchers, die sinds 2009 een ‘grottensoort van het jaar’ verkiezen. De leden van die vereniging opperden het idee om -zoals in 2012, toen de Gewone grottenspin verkozen werd– de grottensoort en spin van het jaar te combineren. Dit voorstel werd aanvaard door de ‘spinnenjury’ (84 arachnologen uit 27 Europese landen). Hiermee willen beide verenigingen het duidelijke signaal geven dat er nog steeds een grote nood bestaat aan bijkomende studie van ondergrondse ecosystemen en de soorten die er leven, en dat de goede samenwerking tussen grottenonderzoekers (speleologen) en spinnenonderzoekers (arachnologen) zou moeten uitgebreid worden.

Met deze keuze van een Europese spin van het jaar, willen we niet alleen een ‘onpopulaire’ diergroep promoten en de aandacht vestigen op belangrijke habitats. In dit geval gaat het om grotten als bijzondere habitats die bescherming verdienen. Tegelijk hopen we dat meer waarnemers oog zullen hebben voor de gekozen soort en deze melden. Die nieuwe verspreidingsinformatie kan voor verschillende doeleinden nuttig zijn.

Ga dus gerust op zoek naar deze intrigerende soort en meldt eventuele waargenomen exemplaren door ze te fotograferen en in te voeren op de meldingssite van Natuurpunt: www.waarnemingen.be.

De coördinatie van de Europese Spin van het Jaar gebeurt door het Naturhistorisches Museum Wien, samen met het ‘Arachnologisches Gesellschaft’ (AraGes) en de European Society of Arachnology (ESA).

Voor België is het de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL die de organisatie op zich neemt.

Christoph Hörweg en Koen Van Keer

Nieuwe bijdrage aan de spinnenfauna van Kerkyra (Corfu) en update van de voorlopige lijst met soorten van het Ionische eiland (2023)

19/09/2023 | Arachnologische bijdragen

Lecigne S. (2023). New contribution to the spider fauna (Arachnida: Araneae) of Kerkyra (Corfu) and update of the provisional checklist of species from the Ionian Island. Journal of the Belgian Arachnological Society 38(1 supplement): 1 – 51.

Download hier de pdf: Spider fauna (Arachnida: Araneae) of Kerkyra (Corfu)

J Belg Arachnol Soc 2023

03/08/2023 | Journal of the Belgian Arachnological Society (2021 – bezig), Nieuws

Foto van de zomer (2023)!

01/08/2023 | Foto van de maand

Dit vrouwtje van een stekelpoot-soort (Zora sp. waarschijnlijk spinimana) werd gevonden op het buitenblad van kropsla-plant in de groentetuin te Sint Agatha Rode. Het is geweten dat de vrouwtjes hun eicocon bewaken maar foto’s daarvan zijn niet courant. Dit is de eerste waarneming van de soort in mijn tuin en nog wel op de Nationale Feestdag (21 juli 2023). (Foto © Rudy Jocqué)

Foto van de maand (Maart 2023)

17/03/2023 | Foto van de maand

Spin geïnfecteerd door de fungus Gibellula pulchra (© Jan Bosselaers). Gevonden in een Catalaanse riviervallei.

In de fictieve wereld van “The Last of Us” leidt een schimmel tot de ondergang van de beschaving. De schimmel infecteert de hersenen van mensen en verandert ze in zombie-achtige wezens die opmerkelijk gedrag vertonen (voor de geïnteresseerden, de reeks kan online bekeken worden). Hoewel dit een sterk staaltje van Hollywood verbeelding is, valt die toch akelig dicht bij de realiteit. Hoewel de schimmel in de tv-reeks is gebaseerd op een groep van schimmels die mieren infecteert, vallen heel wat andere arthropoden ten prooi aan schimmels. Ook spinnen! Er zijn momenteel 86 soorten schimmels die spinnen infecteren die behoren tot 20 spinnenfamilies. De meeste kan je terugvinden in de tropen, maar ook in gematigde gebieden komen ze voor. Sommige schimmelsoorten (zoals bijv. Gibellula pulchra) worden exclusief op spinnen teruggevonden. De schimmels hebben een opmerkelijke levenswijze. Nadat een spore wordt opgenomen door een spin verspreidt de schimmel zich in het lichaam door middel van een mycelium en verteert langzaam de nog levende spin. Daarbij verandert ook het gedrag, zo worden geïnfecteerde spinnen hoger in de vegetatie teruggevonden en ook vaak aan de onderzijde van een blad. Na de dood van de spin produceert de schimmel de typisch herkenbare vruchtlichamen die lijken op tentakels en dienen om de sporen te verspreiden. Het veranderde gedrag van de spinnen draagt waarschijnlijk bij aan het beter verspreiden de sporen vanaf een hoger gelegen plaats. Zombiespinnen dus.

Europese spin van het jaar 2023

19/01/2023 | Nieuws

De Grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) behoort tot de familie van de spoorspinnen (Cheiracanthiidae). Wereldwijd telt deze familie 363 soorten. 35 daarvan komen voor in Europa en in België zijn er 5 soorten inheems en één exotische soort is zich sterk aan het inburgeren. Meer info kan je hier vinden!

Europese Spin van het jaar 2023

18/01/2023 | Europese Spin van het jaar

Grote spoorspin, Cheiracanthium punctorium (Villers, 1789)

De Grote spoorspin behoort tot de familie van de spoorspinnen (Cheiracanthiidae). Wereldwijd telt deze familie 363 soorten. 35 daarvan komen voor in Europa en in België zijn er 5 soorten inheems en één exotische soort is zich sterk aan het inburgeren.

Heel zeldzaam

De Grote spoorspin komt verspreid voor van Europa tot Centraal-Azië. In Centraal-Europa is ze vooral te vinden op vlaktes en voorgebergtes tot 800 meter boven zeeniveau. De soort leeft doorgaans in kruidenvegetaties van warme, open habitats, maar ook in de lagere regionen van de struiklaag daar, kan je ze aantreffen. Ook in meer natte zones van extensieve graslanden is ze te vinden.

In de 19de eeuw kwam de Grote spoorspin nog relatief verspreid in België voor, maar dan is ze gedurende ongeveer een eeuw niet meer gevonden, tot ze in 1985 terug werd aangetroffen in het zuidelijkste puntje van België, het dorpje Torgny. Dat plaatsje was gedurende de voorbije 35 jaar ook de enige vindplaats van de Grote spoorspin in België. Recent werd een relatief betrouwbare melding gedaan van een tweede vindplaats, ook in het uiterste zuiden van ons land, maar die moet nog geverifieerd worden door de arachnologen van de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL.

Hoe dan ook is de Grote spoorspin één van onze zeldzaamste Belgische spinnensoorten. In de Vlaamse Rode Lijst staat ze genoteerd als “uitgestorven”.

Beschrijving

De lichaamslengte van de Grote spoorspin bedraagt tussen 10 en 15mm voor de vrouwtjes (foto 1) en van 8 tot 12mm voor de mannetjes (foto 2). Het kopborststuk is groenachtig bruin (foto 3), maar kan soms ook volledig oranje tot rood zijn. De robuuste en lange monddelen hebben een rode basis en de giftanden zijn zwart. Het bleekgele achterlijf vertoont vaak een donkere hartvlek die tot over de helft van het achterlijf kan reiken, maar die ook volledig afwezig kan zijn.

De gelige poten eindigen in een donkere punt. Het eerste potenpaar is opvallend langer. Een kenmerk dat je kan gebruiken om het genus Cheiracanthium makkelijk te onderscheiden van bv. de zakspinnen van het genus Clubiona.

Muur slopen en dan paren

Deze vooral nachtactieve spinnen bouwen geen web om prooien te vangen. Zij besluipen hun slachtoffer en verschalken dat dan via een giftige beet. Dankzij zijn aanzienlijke en krachtige gifkaken, kan de Grote spoorspin ook grote insecten overmeesteren zoals sprinkhanen of zelfs bidsprinkhanen. Overdag brengt de spin door in een koepelvormige gesponnen schuilplaats, doorgaans in lagere vegetatie of zelfs onder stenen. Je kan ze vinden in ongebruikte open biotopen, vooral in hogere grassen en ruigtekruiden. Maar ook in open plekken in het bos, braakland en weides, alsook langs paden en dijken of spoorwegbermen.        

In de zomer maken de bijna volwassen vrouwtjes met samengebonden bladeren en grashalmen een erg opvallende broedcocon die de grootte van een kippenei kan hebben (foto 4). Vlak naast de broedkamer spint het volwassen mannetje een zijden schuilplaats. Van zodra het vrouwtje haar laatste vervelling heeft doorgemaakt en dus volwassen is, doorbreekt het mannetje de wand tussen de twee ‘kamers’ en kan er gepaard worden. In augustus legt het vrouwtje dan 80 tot 300 eitjes in de cocon. In deze periode gaan de vrouwtjes de cocon agressief verdedigen.

Foto 4: broedcocon bestaande uit aan elkaar vastgesponnen grashalmen (© Kai Martin)

Drie à vijf weken later komen de jongen uit het ei en verlaten het nest midden september tot begin oktober. Ze overwinteren in zelfgesponnen schuilplaatsen laag bij de grond. Deze hebben een diameter van ongeveer 5mm.    

Moeder bijt van zich af

De Grote spoorspin is één van de weinige Belgische spinnen die mensen een beet kan toebrengen met enig significant effect. Dat zal ze dan veelal doen wanneer je haar broedcocon opent of natuurlijk wanneer je haar vastneemt. Doordat de soort zo zeldzaam is in België en omdat ze zo verborgen en ver van menselijke bebouwing leeft, is de kans om als Belg een beet op te lopen, quasi onbestaande.

Wanneer het toch gebeurt, veroorzaakt de beet onmiddellijk een intens brandend gevoel dat het sterkst is na 5–20 minuten en dat verschillende uren voelbaar kan zijn. Het effect is vergeleken met de pijn bij een wespensteek. Het gif kan verder symptomen veroorzaken als matige lokale zwelling, roodheid, jeuk, misselijkheid en lichte koorts. Weefselschade wordt niet veroorzaakt. Indien het nodig lijkt, is een bezoek aan een arts aangeraden.

Te verwarren met… een exotisch neefje

De Grote spoorspin is relatief makkelijk te onderscheiden van verwante soorten in Centraal-Europa door zijn opvallende kleur en grootte. Relatief recent burgert zich een ingevoerde spoorspinsoort in bij ons, nl. de Gele spoorspin (Cheiracanthium mildei) (foto 5). Zij kan ook wat groter worden dan de andere inheemse spoorspinnen, maar is toch nog kleiner en ook anders gekleurd dan de Grote spoorspin. De Gele spoorspin is wél regelmatig te vinden in de omgeving van menselijke bebouwing.

Foto 5: Gele spoorspin (Cheiracanthium mildei, © Richard Louvigny).

Waarom werd de Grote spoorspin verkozen als Europese spin van het jaar?

Enerzijds is het de eerste keer dat een lid van deze familie verkozen wordt, anderzijds wordt de spin regelmatig in de media opgevoerd als ‘medisch significante’ soort. Meestal echter zijn gerapporteerde gevallen van beten enkel gebaseerd op veronderstellingen en dus is het belangrijk om juiste informatie over de soort te verspreiden, zodat ongefundeerde angst kan vermeden worden.

Met deze keuze van een Europese spin van het jaar, willen we niet alleen een ‘onpopulaire’ diergroep promoten en de aandacht vestigen op belangrijke bedreigde habitats, in dit geval open droge landschappen als extensieve weides en graslanden, maar tegelijk hopen we dat meer waarnemers oog zullen hebben voor de gekozen soort en deze melden. Die nieuwe verspreidingsinformatie kan voor verschillende doeleinden nuttig zijn.

Ga dus gerust op zoek naar deze intrigerende soort en meldt eventuele waargenomen exemplaren door ze te fotograferen en in te voeren op de meldingssite van Natuurpunt: www.waarnemingen.be.

De Europese Spin van het Jaar wordt verkozen door 84 arachnologen uit 27 Europese landen. De coördinatie van de stemming gebeurt door het Naturhistorisches Museum Wien, samen met het ‘Arachnologisches Gesellschaft’ (AraGes) en de European Society of Arachnology (ESA).

Voor België is het de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL die de organisatie op zich neemt.

 
Christoph Hörweg & Koen Van Keer

Foto van de maand (December 2022)

12/12/2022 | Foto van de maand

Spinnen hebben uiteenlopende strategieën om de koude winter te overleven, sommige soorten overwinteren in het ei-stadium, andere als juveniel en nog eens andere blijven als adult actief doorheen de winter. Vrouwelijke kruisspinnen (Araneus diadematus) leggen in september-oktober een eicocon af in een beschutte plaats (onder schors, tussen takken) waarna het vrouwtje sterft. De eitjes overleven de winter binnenin de eicocon en komen uit in de lente. Een variant hierop vind je terug bij de wespspin (Argiope bruennichi), bij deze soort wordt ook een eicocon afgelegd, maar de eitjes komen al snel na het afleggen uit, de juvenielen blijven in de eicococon totdat het weer warmer wordt! Heel wat soorten wolfspinnen brengen de winter door als subadult in de strooisellaag of lage vegetatie. Ze passen zich aan de lage temperatuur aan door in diapause te gaan en beschermen zichzelf met een soort van antivries. Sommige andere soorten blijken weinig last te hebben van de koude en blijven zelfs actief webben bouwen. Zo kan je de webben van de venstersectorspin (Zygiella x-notata) doorheen de winter blijven spotten, zelfs bij vriestemperaturen!

Miniseks – Hofmakerij bij ongerwervelden

18/11/2022 | Nieuws

Wie zich buigt over het voortplantingsgedrag van ongewervelden, zeg maar kleine dieren, valt van de ene verrassing in de andere. De vele manieren waarop mannetjes, dikwijls op een zeer ingenieuze manier, een partner versieren, de competitie om het vaderschap veilig te stellen, en hun ingewikkelde copulatieorganen, zijn evenzovele bronnen van een onwaarschijnlijke variatie op een thema. Bij sommige mannetjes is er zelfs geen verbinding tussen de teelballen en het copulatieorgaan! Hoe werkt dat dan? Antwoorden op dat soort vragen worden door de auteur op een lichtvoetige manier beantwoord.

In een overzicht behandelt hij de hofmakerij en paring bij wormen en tal van zeedieren, over krabben en miljoenpoten tot spinachtigen en een hele resem insecten. De talrijke illustraties verhelderen de tekst. De vragen die de complexiteit van seks bij kleine diertjes oproepen worden niet uit de weg gegaan en de bekende en onbekende hypothesen in dat verband worden uitgebreid belicht op een zeer toegankelijke manier. 

De auteur

Rudy Jocqué is bioloog en studeerde aan de universiteit van Gent, waar hij een doctoraat haalde met een studie over de spinnen van de Kalmthoutse Heide. Hij werkte jaren in Afrika en was afdelingshoofd van de afdeling ‘Ongewervelden’ in het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Hij publiceerde meer dan 200 wetenschappelijke publicaties, vooral over Afrikaanse spinnen, en is auteur en coauteur van vijf boeken waarvan drie populairwetenschappelijk. Gedurende jaren was hij de auteur van de wekelijkse column ‘Fauna en Flora’ in De Standaard.

De tekenaar

Vladimir Timokhanov is een professionele tekenaar. Hij is auteur van wetenschappelijke illustraties en ontwerper van vele natuurhistorische boeken, gepubliceerd in Kazachstan, Engeland, Zwitserland, Nederland en andere landen. Zijn werk was te zien op verschillende persoonlijke tentoonstellingen, hij heeft deelgenomen aan enkele UNESCO- en IUCN-projecten en heeft illustraties gemaakt voor een aantal academische en populaire tijdschriften en internetsites.

>